Selecteer een pagina

In het artikel “Franz Ruppert over IoPT en de intentiemethode” vertelt Ruppert hoe het proces van ‘zelfresonanties’ werkt.
Wat je als begeleider doet als persoon die de vraag stelt (intentiebrenger of onderzoeker) en wanneer.
Een paar dingen worden in dat artikel niet of nauwelijks genoemd.

Allereerst: hoe kom je tot je verlangen of intentie?
Hoe formuleer je die?
Hoe verdeel je je zin of intentie in delen?

Dit artikel gaat over het formuleren van een intentie. Een ander artikel [LINK TOEVOEGEN] over de innerlijke houding tijdens het proces.

Over het verlangen of de intentie

De IoPT-methode start met de intentie van degene die bij jou komt. Intentie is een vrije vertaling van het Duitse woord “Anliegen”.
In het Duits houdt het woord “Anliegen” het midden tussen “zorg”, “behoefte” en “intentie”, “verlangen”.
Het is iets wat je nodig hebt of waar je naar verlangt, maar nog niet hebt kunnen bereiken. Ik vraag daarom aan mijn clienten om hun “intentie, verlangen, nood of behoefte”.
Er is iets in je dat het blokkeert; anders zou iemand dit verlangen niet meer hebben.

Werken vanuit je intentie zorgt ervoor dat je als intentiebrenger weet waar je naar toe wilt en dat zichtbaar wordt waar je jezelf tegenhoudt. Het heeft ook als voordeel dat je, als onderzoeker, jezelf traint om autonomie te nemen.
Als begeleider is de intentie het contract. Als facilitator respecteer je de autonomie van de client en vult niet in wat de client nodig heeft.
Uiteraard faciliteer de begeleider de intentiebrenger in het zichtbaar maken waar diegene tegenaan loopt als die het zelf niet weet.

Toen ik zelf begon met resonanties, wist ik niet echt wat verlangens waren.
Ik kwam met grote wensen en mooie zinnen omdat ik het gevoel had dat ik echte stappen moest zetten. Dat het ‘goed’ moest zijn.
Daarom wil ik “Anliegen” verduidelijken.

Hoe maak je een intentie of behoefte bewust?

Een intentie kan een zin zijn die voor jou relevant is, of een verzameling losse woorden. Het kan een uitspraak zijn, een onderzoek (vraag) of een ‘richting’. Of een noodzaak, een behoefte, een verlangen.
Voorbeelden van -talige/linguïstische- intenties met verschillende connotaties kunnen zijn:

    • Ik wil mijn oren openen
    • Waarom wil ik niet gaan slapen?
    • Ik wil de oorzaak van mijn ziekte voelen
    • Ik buikpijn mam
    • Ik

Je hoeft niet eens meer een zin te maken.

En wat de bedoeling, de intentie, ook is, als begeleider kan je er niets over zeggen.
Als je als facilitator zou vertellen wat voor jou een goede vraag is, zou jij hetzelfde doen wat jij als kind hebt ervaren (- en waarschijnlijk wat jouw client heeft ervaren).
Je zou doen alsof jij jouw client beter kent dan hij zichzelf kent. Hoe arrogant!
Je zou jouw client terugzetten in het zogenaamde symbiose-trauma.

Werken met maximaal 3 elementen.

Uit je intentie kies je maximaal 3 elementen, waarbij een woord of leesteken een element is.
Vanaf oktober 2022 vraagt Ruppert om “ik” binnen de 3 woorden als een verplicht woord.

Als begeleider heb je de keuze dat te volgen; tegelijkertijd doet Ruppert dit niet voor niets! Zo begeleid ik weleens met 1 woord of teken en dat kan bijzonder diep gaan.
Het zegt overigens niets over de lengte van de zin, waarover later meer.

Laten we als voorbeeld de zin nemen: “Waarom wil ik niet gaan slapen?”.
Dit zijn 7 elementen inclusief leestekens.
Je kunt hieruit maximaal 3 elementen kiezen.

Jouw client kiest woorden of delen die voor hem van belang zijn. Belangrijk is dat jouw client ‘lading’ voelt bij zijn verlangen; anders gebeurt er weinig.

Voorbeelden van intenties:

Een willekeurige selectie van -talige/linguïstische- intenties van mensen die de afgelopen jaren aan zelfresonantie hebben gedaan:

    • Ik wil het contact met mijn kinderen niet verliezen
    • Ik wil genieten van mijn echte kracht
    • Ik wil niet dissocieren als het spannend wordt met mijn baas
    • Ik wil in contact blijven
    • Ik wil mijn gevoelens en gedachten op één lijn brengen
    • Ik wil mezelf uitdrukken als mezelf
    • Ik wil leven
    • Ik wil leven zonder angst
    • Ik kan het aan
    • Ik wil goed slapen
    • Ik wil bij mezelf zijn en blijven
    • Ik wil goed voor mijn lichaam zorgen
    • Ik wil me veilig voelen
    • Ik wil van mezelf houden
    • Ik wil mijn levensvreugde voelen
    • Ik wil van mijn verwarring af
    • Ik wil mijn pijn begrijpen
    • Ik wil dat mijn nek ontspant
    • Ik wil de oorzaak van mijn ziekte voelen

Maar wat ook mogelijk is:

    • Hoe mezelf te kiezen
    • Hoe kan ik mijn waarheid uitdrukken?
    • Waarom blokkeer ik als ik voor mijzelf een keuze moet maken?
    • Waarom voel ik me geïrriteerd?
    • Ik voel buikpijn
    • Wat zegt mijn neurodermitis mij?
    • Wat heb ik met mijn grootvader meegemaakt?
    • Waarom voel ik me niet verantwoordelijk?
    • Waarom slaap ik zo onrustig?
    • Hoe kies ik mezelf?
    • Ik wil mezelf

Over lange zinnen; wat te doen?

Hoe langer de zin, hoe meer verwarring er is. Meestal zien we dat de client zichzelf niet dwingt om een keuze te maken: waar gaat het voor mij -vandaag- echt om? Of er is zoveel chaos dat de client hulp nodig heeft om tot een intentie te komen.

Denk na over waar welke elementen belangrijk zouden kunnen zijn als jouw client zou kiezen: “Wat is er met mij gebeurd dat ik nog steeds angst voel als ik me openstel in liefdevolle zorg?”.

Een ander voorbeeld dat ik laatst tegenkwam is meer context scheppend. Voor deze client was het heel duidelijk waar het om ging. Tegelijkertijd wilde de client niet de invloeden elimineren die tot uiting zouden kunnen komen (en inderdaad kwamen) door de zin drastisch in te korten. De intentie luidde:
“I want to let go of my traumafeelings of not being okay, of doing something wrong, of being unsettled due to someone else’s accusations and unease, and helplessness due to someone else’s accusations”

Conclusie

Als begeleider gaan wij niet over de intentie. We vragen alleen om 3 elementen te kiezen, met een sterke voorkeur (zonder dat dit dwingend is!) om een “ik” te kiezen.

Tot november 2020:

Tot november 2020 mocht een zin zo lang zijn als de onderzoeker wil. Tot die tijd werkte Ruppert met het groeperen van woorden tot 1 element. Dit bleek echter verwarring te geven. Daarom dat hij geen samengestelde elementen accepteert en bovendien met maximaal 3 elementen werkt.

Laten we als voorbeeld de zin nemen “Waarom wil ik niet gaan slapen?” nemen. Dit zijn 7 elementen, inclusief leestekens. Het kan worden opgesplitst in: “Ik”; “wil”; en: “waarom wil ik niet gaan slapen”. Dit is een duidelijk voorbeeld van het groeperen van elementen. Maar een andere mogelijkheid zou kunnen zijn: Ik, slapen, ?

Tot oktober 2022:

Tot oktober was het niet nodig een “ik” in de zin te hebben of om een “ik” als resonant te kiezen. Vanaf oktober 2022 vraagt Ruppert om “ik” binnen de 3 woorden als een verplicht woord waarop wordt geresoneerd.